Aanleiding:
Één op de drie huwelijken eindigen in een scheiding. Jaarlijks maken 70.000 thuiswonende kinderen een scheiding mee. We merken in de school dat wanneer ouders scheiden of relatieproblemen hebben, dat effect heeft op kinderen en ons onderwijs. Uit cijfers blijkt dat in Nederland gemiddeld 5 kinderen in een klas gescheiden ouders hebben. Wij hebben (nog) niet zulke hoge cijfers op onze school, maar we zien wel dat het voor het welbevinden van het kind belangrijk is om er aandacht voor te hebben.
Effecten op kinderen:
Kinderen zitten niet lekker in hun vel, kunnen zich somber voelen, huilen soms in de klas, hebben angst- of schuldgevoelens en zijn soms boos. Een ‘wisseldag’ kan een moeilijke dag zijn voor een leerling. Het kind kan extra verdrietig zijn of een korter lontje hebben. We weten dat kinderen slechter kunnen slapen, daardoor moe zijn met als gevolg dat het leren moeilijker is. Onder invloed van stress is het werkgeheugen van kinderen zwakker en dat kan ervoor zorgen dat prestaties teruglopen. We weten dat ouders door rouw of verliefdheid minder beschikbaar zijn voor het kind en minder aandacht hebben voor het rouwproces waar het kind doorheen gaat. Ouders gaan zelf sneller door het rouwproces dan hun kind en het kind kan bij een veranderende situatie (zoals een nieuwe relatie, of huwelijksdag) weer opnieuw door een verdrietige tijd heen gaan.
Soms nemen de kinderen een rol als ouder aan (parentificatie). Dit is ongezond voor een kind. Een kind mag wel troosten door bijvoorbeeld een keer extra de hond uit te laten bijvoorbeeld.
Wat kunnen we het kind bieden op school:
1. Leerkrachtgedrag:
Het is fijn wanneer de leerkrachten ervan op de hoogte zijn wanneer ouders ernstige relatieproblemen hebben of gescheiden zijn. Zo kunnen we uw kind het beste begeleiden. We bieden uw kind een luisterend oor en geven ruimte aan emotie maar zorgen ook voor structuur. Uw kind is veel op school en het is fijn dat het op school wel gewoon is wanneer thuis alles aan het veranderen is. We vragen toestemming aan het kind om concrete situaties met u te bespreken.
2. Kindgesprekken: Deze gesprekken (één-op-één gesprekje door leerkracht, onderwijsassistent of andere specialist binnen de school) helpen vaak, soms ook met ouder(s) erbij. Het is voor een kind vaak fijn als juf of meester weet wat er thuis speelt en dat de leerkracht er aandacht voor heeft. Het is fijn als een kind niet te veel hoeft uit te leggen wanneer het huiswerk bij papa ligt en dus vergeten is.
Verder gebruiken we ook vaak een 'heen-en-weer-schriftje', waarin kinderen berichtjes kunnen schrijven voor de leerkracht en omgekeerd.
3. Openheid: Kinderen in de klas weten vaak niet van elkaar wat er aan de hand is, soms schamen kinderen zich of denken ze dat ze de enige zijn. Openheid in de klas kan prettig zijn, in overleg met het kind. Kinderen kunnen zich dan opgelucht voelen. Op onze school worden soms de afleveringen van het kinderprogramma 'Klokhuis' gebruikt daarvoor.
4. Gespreksgroepje: In de vertrouwde omgeving van school waar kinderen afstand kunnen nemen van thuis, kunnen kinderen hun ervaringen, gedachten en gevoelens delen en (h)erkenning vinden bij elkaar onder begeleiding van onze schoolmaatschappelijk werker. In vier bijeenkomsten van een uur worden onderwerpen besproken als:
- de realiteit van de scheiding ervaren;
- omgaan met een warboel aan gevoelens;
- leren leven met de veranderingen en herinneringen;
- het weer vinden van je eigen 'plek'.
Belangrijke voorwaarden voor deelnemen aan deze groep zijn dat het kind het echt zelf moet willen, niet alle kinderen staan er voor open om met andere kinderen over hun thuissituatie te praten en beide ouders moeten toestemming geven. Voor de eerste bijeenkomst worden de ouders gebeld om informatie uit te wisselen en vindt er met elk kind apart een gesprekje plaats om de deelname aan de groep voor te bereiden. Na de bijeenkomsten vindt er een terugkoppeling plaats naar de ouders. Er zijn kosten verbonden aan deze gespreksgroepen.
5. Vertrouwenspersoon: Wanneer kinderen niet met juf/meester/ouder/lotgenoten willen praten hebben we de vertrouwenspersonen binnen onze school. Deze zijn bekend bij de kinderen. Ze komen elk jaar in de klas en vertellen over hun werk en delen een folder uit. Ook hebben ze een afgesloten brievenbus waarin kinderen een briefje kunnen doen om daarmee om hulp te vragen.
6. Doorverwijzen: Wanneer leerkrachten zien dat ouders/kinderen in de knel komen dan verwijzen we ze regelmatig door naar onze GGD-verpleegkundige die regelmatig spreekuur houdt op school, naar schoolmaatschappelijk werk of naar de huisarts.
Communicatie:
Als school/leerkrachten moeten we in redelijkheid voldoen aan onze informatieplicht naar beide ouders met gezag. Het heeft onze sterke voorkeur om beide ouders tegelijk te ontvangen op een gesprek over hun kind. We willen beide ouders informeren en sturen van elk gesprek beide ouders een verslag.
Stiefouders mogen alleen met toestemming van beide gezaghebbende ouders bij een gesprek zijn.
De ouder zonder gezag kan op eigen initiatief informatie aanvragen bij school. School heeft dan een informatieplicht. We mogen dan informatie geven over verzuim, over het rapport. We verstrekken niet wekelijks de nieuwsbrief van school.
Literatuur:
Op school zijn de volgende boeken ter inzage aanwezig:
-Kamil, de groene kameleon van Danielle Steggink
-Ik hoor bij jullie allebei van M.J.M. Fiddelaers-Jaspers